Eigen feedback Instructiefilmpje Hoorspel

Inleiding 

Binnen onze samenleving is drama en theater natuurlijk erg belangrijk. Door middel van drama, en dat begint al op de basisschool, leren kinderen zichzelf te uiten. Dat doen ze natuurlijk niet alleen door middel, en tijdens, het vam drama. Drama leert betekenis geven aan verschillende uitdrukkingen van mensen. Als iemand voorover staat gebogen kan dat zoveel verschillende betekenissen hebben. Door drama leer je dat te herkennen. Vind je drama leuk en mooi? Dan vind je dat vast ook van theater. Theater levert een grote bijdrage op sociaal-emotioneel gebied. Het zorgt er ook vaak voor dat je dingen en gebeurtenissen vanuit een andere invalshoek gaat zien. Die twee begrippen, theater en drama zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Het vak drama betekent voor mij vaak opluchting en even lekker bezig zijn met wat anders. Op school zit je toch vaak op een stoel en ben je aan het opletten wat de docent zegt, wat natuurlijk goed is, maar bij drama ben je lekker bezig. Gewoon je tas aan de kant gooien en jezelf uiten en gek goed. Mijn visie over drama is positief. Het is een fijn en ook belangrijk vak, kinderen leren verschillende emoties te herkennen waardoor ze een ander kind, bijvoorbeeld, kunnen steunen. Naarmate je ouder wordt ontwikkel je dit nog meer. De kennis van drama breidt zich op dit moment bij mij uit. Eerst had ik er niet zo veel mee, en met eerst bedeoel ik de basisschool, maar naarmate ik ouder ben geworden en op mijn vorige opleiding(en), heb ik geleerd hoeveel je kan bereiken met expressie, intonatie, beweging, rondlopen. Mensen blijven gefocust en zien jou ook in een ander perpectief.

Reflectie 

Samen met Jacco Heijblom, Judith Priester en Leon Graafland hebben wij opnieuw geprobeerd een instructiefilmpje bij het onderdeel hoorspel te maken. Het vorige filmpje was helaas niet goed genoeg omdat we te weinig echt geluid hadden gebruikt. In dit filmpje hebben we dat uitstekend opgelost door dat juist wel veel te laten voorkomen. De bedoeling van dit filmpje is om andere leerkrachten, die nog nooit van het hoorspel hebben gehoord of mee gewerkt, uit te leggen hoe je een hoorspel kan doen/maken met de klas.
Het maken van het filmpje ging goed, duidelijk en geconcentreerd. Doordat we bij het vorige filmpje duidelijk te horen hebben gekregen wat er niet goed aan was wisten we wat er aan moest veranderen. Op die manier hadden we bij elk onderdeel al snel een idee hoe we het aangingen pakken. Wat ik zelf erg leuk vind aan het filmpje is dat alles met elkaar te maken heeft. In het begin worden voorbeelden van geluiden die je kan maken gebruikt voor het uiteindelijke hoorspel zelf. Op die manier kan je heel goed zien dat we er goed mee bezig zijn geweest.

Reflectie op samenwerking 

De samenwerking ging goed, helaas is Esther Koelewijn gestopt dus hadden we één persoon minder om het filmpje mee te maken. Gelukkig ging de samenwerking dit keer ook hartstikke goed. We hadden bij elk onderdeel een goed idee en wisten precies wat we bedoelde. Wat natuurlijk ook meehelpt is dat we een drama lokaal tot onze beschikking hadden, daarom lagen de materialen voor het grijpen en konden we een realistisch beeld en filmpje maken. Al met al ben ik er voor de volle 100% van overtuigd dat dit filmpje wel een voldoende op gaat leveren. Wij zijn er blij mee en ik hoop dat de beoordelaar dat ook is!

Herkansing Instructiefilmpje Hoorspel

Beoordeling Jugendstil

LVF lied aanleren.

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER
	NAAM STUDENT	Daan de Vries	STUDENTNUMMER	1657168
	KLAS	1B	STAGESCHOOL	De Malelande
	STAGEBEGELEIDER		STAGEGROEP	7a
	DATUM		VAK / ONDERWERP	Muziek

VOORBEREIDING Omcirkelen:       Dit is een  leerkracht/ gedeeltelijk leerkracht-gedeeltelijk leerling/  leerling gestuurde les.                           Dit is een zelfontworpen /  methode / combinatie les. DOELEN VOOR DE LEERLINGEN DOEL(EN) + Welk type doel; kennis en inzicht, vaardigheid of attitude gerelateerd? + Wat moet deze les opleveren (product, specifiek en meetbaar)? + Welk gedrag wil ik oproepen/ wat moeten de ll tijdens de les oefenen of ervaren (procesdoel)? Vaardigheid Aan het eind van de les kunnen de leerlingen het lied ‘’In Holland staat een huis’’ met de 14 andere vormen zonder moeite zingen. Vooral enthousiasme, deze klas doet eigenlijk nooit wat aan muziek. Daarom hoop ik ze via deze les enthousiast te maken en er een klein feestje van te maken. Overigens een feestje met duidelijke regels.   LESSPECIFIEKE BEGINSITUATIE KENNIS / VAARDIGHEDEN + Wat weten en/of kunnen de leerlingen al? + Van welke vakspecifieke theorie, didactiek, leerlijnen maak ik gebruik? De kinderen weten eigenlijk niet veel over muziek. Het lied komt uit de methode ‘’Eigen-Wijs’’ en tijdens het les geven maak ik gebruik van het KVB-model. Klank: de toon en hoe de kinderen zingen. Vorm: Het lied bestaat eigenlijk uit 1 refrein, maar in het boek staan nog 14 andere varianten die je kan gebruiken. Betekenis: door een niet al te moeilijk lied te nemen, kennis maken met muziek. ONDERWIJSBEHOEFTEN + Wat zijn de pedagogische en didactische onderwijsbehoeften van de groep? +Indien van toepassing: Wat zijn specifieke individuele onderwijsbehoeften? De onderwijsbehoefte voor mijn klas is in eerste instantie; laten interesseren en enthousiast maken over muziek. Daarnaast is het, onder andere omdat ze niet zo heel vaak muziek hebben, belangrijk om de kinderen duidelijk te maken wat de regels zijn en wat er van ze verwacht wordt. n.v.t. BELEVING + Op welke ervaringen kan ik aansluiten? + Actualiteit (leefwereld) + Betrokkenheid Is er laatst misschien iemand van de kinderen verhuisd? Kennen de kinderen dit lied al? MATERIALEN MATERIALEN + Wat moet ik klaarleggen, welke leermiddelen gebruik ik? + Op welke manier laat ik de materialen de lesinhoud ondersteunen. + Welke methoden, bronnen gebruik ik. (APA)? Zelf zorg ik ervoor dat er een heldere en duidelijke karaoke versie van dit lief klaar staat. Omdat we dit lied in 3 verschillende vormen gaan zingen is dat erg belangrijk. Op die manier ondersteunt het materiaal de lesinhoud. Tevens zorg ik ervoor dat de 14 andere varianten al klaar staan op het bord. Ook zet ik een filmpje aan waar een canon wordt gezongen. Eigen-wijs. LESOPBOUW TIJD -- Min ACTIVITEIT Wat doe ik? Wat doen de leerlingen? Vorm ISK INLEIDING + Verwachtingen / doelen duidelijk maken 5 Als inleiding speel ik het lief gewoon meteen af. Vast zullen er dan kinderen al mee gaan zingen. Nadat het lied afgelopen is neem ik het woord. Als eerst zal ik dan aan de kinderen vragen wie kent dit lied al? Waarvan ken je het lied? Hoe oud was je toen je het lied hoorde? K KERN Houd rekening met: LESSTOF + Welke informatie komt aan bod, in welke volgorde en aan wie? + Hoe maak ik de lesstof toegankelijk en overzichtelijk? + Welke vragen stel ik en aan wie? + Heb ik goed voor ogen wat ik met deze les wil bereiken? + Pendelen tussen leerstof, leerling en leefwereld. WERKVORMEN + Welke werkvormen kies ik en voor wie? + Hoe zorg ik voor voldoende variatie in werkvormen? BEGELEIDING + Welke positieve kenmerken zijn er en hoe speel ik daar op in? + Hoe speel ik in op onderwijsbehoeften? + Hoe cluster ik de kinderen in groepen. + Hoe stimuleer ik de motivatie van leerlingen? + Hoe geef ik feedback aan leerlingen? GROEPS MANAGEMENT + Wat kan ik al voorzien en hoe reageer ik daarop + Beurtverdeling + Pakken en opruimen materialen + Regels, afspraken Max. 30 min. Door middel van de meezingmethode gaan de kinderen het lied leren. Dit lied is eigenlijk een beetje te makkelijk voor kinderen van groep 7, dat klopt. Maar met in ogenschouw nemen van het feit dat de kinderen eigenlijk niet zo vaak muziekles hebben, vind ik dit een heel geschikt lied om nieuwe zangtechnieken en methodes aan te leren. Als eerst  gaan we het lied samen zingen. Ik ga gewoon zingen en vanzelf leren de kinderen hoe het lied gaat. Daarna ga ik ze een canon laten zingen. Daarvoor maak ik 6 groepjes van 4, klas heeft 24 ll, Het eerste groepje begint met: ‘’In Holland staat een huis’’, wanneer in de eerste regel voor de tweede keer ‘’In Holland staat een huis’’ wordt gezongen begint het tweede groepje met de eerste keer ‘’In Holland staat een huis’’ enz. enz. Heel belangrijk is dat de kinderen echt naar zichzelf luisteren en stoppen wanneer zij het hele liedje hebben gezongen. Wanneer alleen de versie van in Holland staat een huis er goed inzit breiden we uit met ‘’In dat huis daar woont een heer’’, zit dat er goed in gaan we verder met de versie ‘’En die heer die kiest een vrouw’’. Totdat we bij versie 5 uitkomen: ‘’Dat kind dat kiest een pop’’. De derde vorm die we gaan doen is door de kinderen de maat te laten klappen en dan alle 14 versies af te gaan. Elk groepje krijgt dus 2 versies en de laatste 2 versies zingen we klassikaal. Wanneer het goed gaat zal ik de kinderen een beloning in het vooruitzicht stellen, een kleine traktatie. Tevens zal ik heel enthousiast worden wanneer de kinderen dit gewoon oppikken en uitvoeren. De groepjes maak ik eerst zelf aan de hand van de kennis die ik heb over de ll. Daarnaast zal mijn stagebegeleider laten zien welke groepjes ik gemaakt heb en dan zal zij misschien een aanpassing doen.    Wat ik kan voorzien is dat ll het snel saai gaan vinden, daarom neem ik 3 vormen om het lied te zingen zodat de kinderen geboeid blijven. Regels en afspraken maak ik samen met de ll voor de les en ik zal heel streng zijn op het naleven van de regels. Doe ik dat niet wordt het, vooral bij een muziek les, een chaos. KLAAR / NIET KLAAR + Wat kan een leerling doen als hij klaar / niet klaar is? n.v.t. AFSLUITING + Hoe bespreek ik de les na? + Hoe controleer ik of leerlingen de doelen hebben bereikt? + Hoe evalueer ik de les met de leerlingen? Als afsluiting ga ik samen met de ll in gesprek. Vonden ze deze les leuk? Zouden ze vaker een muziekles willen? Evalueren doe je eigenlijk tijdens de les al, in een muziekles zie je heel snel of het aanslaat of niet. OVERGANG + Hoe zorg ik voor een overgang naar de volgende les? Wanneer ik klaar ben zal mijn stagebegeleider de les overnemen.

Audio ''In Holland staat een huis''

Feedback, één van de eisen voor de weblog.

Als één van de eisen voor de weblog staat er: ''De student heeft aan drie medestudenten feedback gegeven in een reactie op een weblogartikel.''

Deze opdracht is aan ons niet specifiek verteld. Wel is ons een paar keer gezegd om feedback te geven op een ander groepje of medestudent. Dat heb ik wel een paar keer gedaan.

- De eerste keer dat ik feedback gaf was op Donia Mazian haar luisteropdracht voor het vak Muziek.
- Daarnaast heb ik feedback gegeven op de instructiefilm voor het vak Drama aan het groepje bestaande uit: Irene, Laurie, Kine en Lotte.
- Samen met Rick en Tjerk heb ik feedback gegeven op de Jugendstil poster van Kirsten Koelewijn voor het vak Beeldend.


(Door op de oranje woorden te klikken komt u terecht op de desbetreffende pagina.)

Jan en de Jugendstilposter

Voorbereidende opdracht:

Of ik wel eens van de Jugendstil stijl had gehoord? Nou, nee eigenlijk niet. Had het al even met Gerard erover maar ik dacht aan een onderdeel in de Tweede Wereldoorlog. Wat ik kenmerkend aan deze stijl vind is dat het zo mooi en minimalistisch is, mooie natuurlijke vormen en het ademt oudheid. Zelf zou ik heel graag een poster maken voor een modern merk, dit om het contrast te laten zien. Jugendstil = een oude stijl met op de voorgrond een hip en modern merk. 

Reflectieformulier beeldend onderwijs

opdrachtomschrijving: Jan en de Jugendstilposter

naam student: Daan de Vries

Reflecteer op zowel de product- als procescomponenten en geef ook duidelijk de samenhang tussen product- en procescomponenten aan. Je mag jezelf voor elke component een waardering geven (1 = lage waardering, 5 = hoge waardering), maar dat hoeft niet.

component	beschrijving	1	2	3	4	5
betekenis	Geef aan op welke manier je de inhoud van de opdracht hebt verwerkt? Vertel daarbij ook welke associaties je hebt gehad bij het onderwerp. Door middel van natuurlijke vormen te gebruiken en de kleurkaart te gebruiken, met geel en paars, heb ik geprobeerd er een mooie poster van te maken.			x
vorm	Leg aan de hand van je resultaat uit welke beeldaspecten je hebt toegepast. Waar in het werk is dat goed te zien? (eventueel detailfoto’s toevoegen). Kleur en dan specifiek kleur-tegen-kleurcontrast. Natuurlijk vorm, aangezien de fles een herkenbare Fanta vorm moet hebben, aan de onderkant is de fles iets te groot geworden.				x
materie	Met welk materiaal heb je gewerkt? Wat vond je van het gebruik van dat materiaal? Had je een nog andere materialen of gereedschappen willen gebruiken en zo ja waarom? We hebben gewerkt met soft pastel, een erg fijn materiaal om mee te werken. Wel moest ik oppassen dat ik met mijn hand niet teveel over de tekening ging of te veel met kleuren door elkaar ging. De kleur ‘’ligt’’ als het ware op het papier waardoor het makkelijk weg te vegen is. Zelf had ik er nog nooit mee gewerkt, wel met wasco maar dat is toch een wat meer solide stof.					x
beschouwing	Welke beelden heb je gebruikt om je te laten inspireren over het onderwerp? Welke beelden hebben je goede informatie gegeven over de beeldaspecten? Welke voorbeelden hebben je op een spoor gezet voor het werken met het materiaal en de techniek? Geef aan waar je dat in het werk duidelijk terugziet (eventueel detailfoto’s toevoegen). De beelden die ik heb gebruikt waren de voorbeelden van Gerard, de poster van de Delftsche slaolie bijvoorbeeld. Tevens heb ik op Google veel afbeeldingen gezocht van de jugendstil aangezien ik daar zelf nooit over had gehoord. Toen ik eenmaal de plaatjes zag wist ik al gauw waar het heen moest. Toch had ik wel veel moeite met het maken van een mooie poster en achteraf had ik het denk ik beter gedaan als ik het over mocht doen.			x
werkwijze	Had je al eens eerder met dit materiaal en deze techniek gewerkt? Wat heb je daarover nieuw ontdekt? Wat vond je lastig? Had zelf nog nooit eerder met dit materiaal gewerkt. Vond het een heel fijn materiaal en makkelijk bewerkbaar. In het begin liep ik wel aan te rommelen met de kleuren en lijnen die door elkaar liepen en dan vooral met het inkleuren daarna. Op die manier kwamen die kleuren duidelijk in elkaars vaarwater.			x
onderzoek	Beschrijf en laat met beelden zien welke stappen je in het werkproces hebt gezet. Welke keuzes heb je gemaakt en waarom? Hoe heb je de andere 5 componenten in dit proces meegenomen? Softpastel, het materiaal dat gebruikt werd voor deze opdracht.  Eerste schets niet tevreden aangezien de lijnen door elkaar liepen en daardoor met het inkleuren van de verschillende vlakken dat voor problemen kon gaan zorgen.  2de schets wel tevreden mee, de lijnen lopen niet door elkaar heen waardoor het inkleuren makkelijker ging. Wel ben ik erg tevreden over de letters, mooi sierlijk, uit de schouder in 1 beweging.  Uiteindelijk vind ik het tegenstelde beeld van geel en paar/roze op de achtergrond wel echt mooi geworden. Mooi contrast qua kleur.
eindoordeel:		3
Wat vind je geslaagd? Leg uit.	Vond dit wel één van de leukste opdrachten, maar helaas wel één van mijn slechtste opdrachten. Het resultaat is niet helemaal wat ik ervan had gehoopt.. De vormen en de poster op zichzelf lijkt niet helemaal op de originele Jugendstil.
Wat kon beter? Waarom?	Van te voren een beter beeld en idee hebben van wat ik nou eigenlijk wilde maken. Heb daar wel vaker last van, maar nu ik dit reflectieformulier maak (de dag na het maken van de opdracht zelf) komt er ineens van alles in me op wat ik beter had kunnen doen of mooier kunnen maken.

Bij het maken van bovenstaande opdracht heb je beelden gebruikt als inspiratiebron. Geef van minimaal één door jou gebruikt beeld aan wat de functie is en beschrijf waarom je dat vindt.

beeld	functie(s)	beschrijving
	Inspiratie.	Heb dit plaatje genomen om me een beetje op de weg te brengen van waar ik nou precies heen wilde met deze opdracht. Dit plaatje doet ook iets aanprijzen in de Jugendstil stijl. Vooral omdat dit ook een plaatje is om een product aante prijzen en in de belangstelling te zetten.