zondag 2 november 2014

Beoordeling Jugendstil


LVF lied aanleren.

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER


NAAM STUDENT
Daan de Vries
STUDENTNUMMER
1657168


KLAS
1B
STAGESCHOOL
De Malelande


STAGEBEGELEIDER

STAGEGROEP
7a


DATUM

VAK / ONDERWERP
Muziek




VOORBEREIDING
Omcirkelen:       Dit is een  leerkracht/ gedeeltelijk leerkracht-gedeeltelijk leerling/  leerling gestuurde les.
                          Dit is een zelfontworpen /  methode / combinatie les.
DOELEN VOOR DE LEERLINGEN
DOEL(EN)
+ Welk type doel; kennis en inzicht, vaardigheid of attitude gerelateerd?
+ Wat moet deze les opleveren (product, specifiek en meetbaar)?
+ Welk gedrag wil ik oproepen/ wat moeten de ll tijdens de les oefenen of ervaren (procesdoel)?

Vaardigheid

Aan het eind van de les kunnen de leerlingen het lied ‘’In Holland staat een huis’’ met de 14 andere vormen zonder moeite zingen.

Vooral enthousiasme, deze klas doet eigenlijk nooit wat aan muziek. Daarom hoop ik ze via deze les enthousiast te maken en er een klein feestje van te maken. Overigens een feestje met duidelijke regels.  
LESSPECIFIEKE BEGINSITUATIE
KENNIS / VAARDIGHEDEN
+ Wat weten en/of kunnen de leerlingen al?
+ Van welke vakspecifieke theorie, didactiek, leerlijnen maak ik gebruik?

De kinderen weten eigenlijk niet veel over muziek.

Het lied komt uit de methode ‘’Eigen-Wijs’’ en tijdens het les geven maak ik gebruik van het KVB-model.
Klank: de toon en hoe de kinderen zingen.
Vorm: Het lied bestaat eigenlijk uit 1 refrein, maar in het boek staan nog 14 andere varianten die je kan gebruiken.
Betekenis: door een niet al te moeilijk lied te nemen, kennis maken met muziek.
ONDERWIJSBEHOEFTEN
+ Wat zijn de pedagogische en didactische onderwijsbehoeften van de groep?
+Indien van toepassing: Wat zijn specifieke individuele onderwijsbehoeften?

De onderwijsbehoefte voor mijn klas is in eerste instantie; laten interesseren en enthousiast maken over muziek. Daarnaast is het, onder andere omdat ze niet zo heel vaak muziek hebben, belangrijk om de kinderen duidelijk te maken wat de regels zijn en wat er van ze verwacht wordt.
n.v.t.
BELEVING
+ Op welke ervaringen kan ik aansluiten?
+ Actualiteit (leefwereld)
+ Betrokkenheid

Is er laatst misschien iemand van de kinderen verhuisd? Kennen de kinderen dit lied al?
MATERIALEN
MATERIALEN
+ Wat moet ik klaarleggen, welke leermiddelen gebruik ik?
+ Op welke manier laat ik de materialen de lesinhoud ondersteunen.
+ Welke methoden, bronnen gebruik ik. (APA)?

Zelf zorg ik ervoor dat er een heldere en duidelijke karaoke versie van dit lief klaar staat. Omdat we dit lied in 3 verschillende vormen gaan zingen is dat erg belangrijk. Op die manier ondersteunt het materiaal de lesinhoud. Tevens zorg ik ervoor dat de 14 andere varianten al klaar staan op het bord. Ook zet ik een filmpje aan waar een canon wordt gezongen.


Eigen-wijs.
LESOPBOUW

TIJD
-- Min
ACTIVITEIT
Wat doe ik? Wat doen de leerlingen?
Vorm
ISK
INLEIDING
+ Verwachtingen / doelen duidelijk maken
5
Als inleiding speel ik het lief gewoon meteen af. Vast zullen er dan kinderen al mee gaan zingen. Nadat het lied afgelopen is neem ik het woord. Als eerst zal ik dan aan de kinderen vragen wie kent dit lied al? Waarvan ken je het lied? Hoe oud was je toen je het lied hoorde?
K
KERN
Houd rekening met:
LESSTOF
+ Welke informatie komt aan bod, in welke volgorde en aan wie?
+ Hoe maak ik de lesstof toegankelijk en overzichtelijk?
+ Welke vragen stel ik en aan wie?
+ Heb ik goed voor ogen wat ik met deze les wil bereiken?
+ Pendelen tussen leerstof, leerling en leefwereld.
WERKVORMEN
+ Welke werkvormen kies ik en voor wie?
+ Hoe zorg ik voor voldoende variatie in werkvormen?
BEGELEIDING
+ Welke positieve kenmerken zijn er en hoe speel ik daar op in?
+ Hoe speel ik in op onderwijsbehoeften?
+ Hoe cluster ik de kinderen in groepen.
+ Hoe stimuleer ik de motivatie van leerlingen?
+ Hoe geef ik feedback aan leerlingen?

GROEPS
MANAGEMENT
+ Wat kan ik al voorzien en hoe reageer ik daarop
+ Beurtverdeling
+ Pakken en opruimen materialen
+ Regels, afspraken
Max. 30 min.
Door middel van de meezingmethode gaan de kinderen het lied leren. Dit lied is eigenlijk een beetje te makkelijk voor kinderen van groep 7, dat klopt. Maar met in ogenschouw nemen van het feit dat de kinderen eigenlijk niet zo vaak muziekles hebben, vind ik dit een heel geschikt lied om nieuwe zangtechnieken en methodes aan te leren.
Als eerst  gaan we het lied samen zingen. Ik ga gewoon zingen en vanzelf leren de kinderen hoe het lied gaat. Daarna ga ik ze een canon laten zingen. Daarvoor maak ik 6 groepjes van 4, klas heeft 24 ll, Het eerste groepje begint met: ‘’In Holland staat een huis’’, wanneer in de eerste regel voor de tweede keer ‘’In Holland staat een huis’’ wordt gezongen begint het tweede groepje met de eerste keer ‘’In Holland staat een huis’’ enz. enz. Heel belangrijk is dat de kinderen echt naar zichzelf luisteren en stoppen wanneer zij het hele liedje hebben gezongen. Wanneer alleen de versie van in Holland staat een huis er goed inzit breiden we uit met ‘’In dat huis daar woont een heer’’, zit dat er goed in gaan we verder met de versie ‘’En die heer die kiest een vrouw’’. Totdat we bij versie 5 uitkomen: ‘’Dat kind dat kiest een pop’’.
De derde vorm die we gaan doen is door de kinderen de maat te laten klappen en dan alle 14 versies af te gaan. Elk groepje krijgt dus 2 versies en de laatste 2 versies zingen we klassikaal.

Wanneer het goed gaat zal ik de kinderen een beloning in het vooruitzicht stellen, een kleine traktatie. Tevens zal ik heel enthousiast worden wanneer de kinderen dit gewoon oppikken en uitvoeren.
De groepjes maak ik eerst zelf aan de hand van de kennis die ik heb over de ll. Daarnaast zal mijn stagebegeleider laten zien welke groepjes ik gemaakt heb en dan zal zij misschien een aanpassing doen.



  

Wat ik kan voorzien is dat ll het snel saai gaan vinden, daarom neem ik 3 vormen om het lied te zingen zodat de kinderen geboeid blijven.

Regels en afspraken maak ik samen met de ll voor de les en ik zal heel streng zijn op het naleven van de regels. Doe ik dat niet wordt het, vooral bij een muziek les, een chaos.

KLAAR / NIET KLAAR
+ Wat kan een leerling doen als hij klaar / niet klaar is?






n.v.t.




AFSLUITING
+ Hoe bespreek ik de les na?
+ Hoe controleer ik of leerlingen de doelen hebben bereikt?
+ Hoe evalueer ik de les met de leerlingen?


Als afsluiting ga ik samen met de ll in gesprek. Vonden ze deze les leuk? Zouden ze vaker een muziekles willen?
Evalueren doe je eigenlijk tijdens de les al, in een muziekles zie je heel snel of het aanslaat of niet.

OVERGANG
+ Hoe zorg ik voor een overgang naar de volgende les?


Wanneer ik klaar ben zal mijn stagebegeleider de les overnemen.